Wij designers hebben een mooie kracht: een sterk vermogen. Designers zijn de vertalers en makers die specifiek zijn opgeleid om nut en vorm te geven aan objecten, omgevingen en ervaringen. Waar vroeger onze expertise wellicht in mindere mate invloed had, is onze potentie nu vele malen groter. Welk type designer je ook bent, samen geven wij vorm aan onze gehele fysieke en digitale omgeving. We transformeren hoe dagelijks wordt geïnteracteerd met deze omgevingen en beschikken zelfs het vermogen om gedrag te beïnvloeden en te sturen.
De door ons gecreëerde wereld lijkt steeds sneller te gaan. Er zijn meer prikkels en alles kan, nee, moet sneller, efficiënter, en makkelijker. Wij faciliteren dat. Bij veel dingen staan we daarom ook niet meer stil. Omdat we de tijd en ruimte er niet voor hebben, we er niet meer over na hoeven te denken of omdat het gewoon “altijd zo is geweest”. Waar je dit ook leest, om je heen kijkend is de kans groot dat bijna alles op je is afgestemd. Afgestemd op jou, als mens; door ons als designers.
Manifest:
Designing to reconnect to the natural world
Click here to read the English versionDesigning to reconnect to the natural world is een geschreven manifest, verwerkt in een interactieve installatie, over de rol en het aandeel van designers in het includeren van natuur(lijkheid). Zo, om samen als designers betere weloverwogen (design) keuzes te maken en om vaker vanuit een collectievere en inclusievere mindset te handelen voor mens én natuur.
#1. Zie natuur als een noodzaak; niet als een luxe
Is alles dan echt naar behoren door ons en voor ons aangepast? Binnenhuis, met climate control, vitamine-D slikkend om de seizoenen door te komen en een luchtbevochtiger in de hoek. Waar om je heen zie je nog plek voor echte natuur? Is het misschien een plant in je kamer, een boom of vogel vanuit het raam, een huisdier? Of zijn het de daglichtlampen in je plafond, die een gebrek aan echt daglicht in je leven moeten simuleren? Onze leefomgevingen zijn netjes ontworpen zodat ze ons leven makkelijker maken. De omgeving, van nature inclusief, is inmiddels voor bijna alles en iedereen uitgesloten. Ben jij een mens? Welkom! Ben je een ander organisme? Jammer dan. Dat is gek, toch? Het gevolg hiervan is dat het bestaan van veel niet-menselijke ten nadele wordt aangepast onder het mom wat men vooruitgang noemt.
We zien niet in hoe onze egocentrische mindset anderen schaadt en op grotere schaal dan enkel onszelf impact heeft. Niet-inclusieve en gecontroleerde omgevingen bieden geen ruimte voor natuur en verkleinen daarmee ook onze kans op echte aanrakingen met natuur. Die omgevingen zijn minder betrokken, en met minder mens-natuur interacties, houden we een treurige vicieuze cirkel in stand. Een vicieuze cirkel waardoor de kloof tussen mens en natuur steeds groter wordt. We zien helaas niet in dat het uitsluiten van niet-mensen ons niet bepaald gelukkiger maakt. En toch trekken we in periodes van onrust naar de zee, de heide of de bergen om weer te aarden. Laten we als designers de natuur niet meer beschouwen als een luxe of een nice to have, maar laten we het includeren van de natuur beschouwen als een absolute noodzaak. Niet alleen vanwege de voordelen voor ons als mensheid, maar voor alles en iedereen.
#2. Focus op het vernatuurlijken van mensen; niet het vermenselijken van natuur
De algehele vervreemding van natuur en natuurlijkheid is in mijn ogen ook niet heel raar. Als vrijwel alles om je heen zorgvuldig voor je ontworpen is, is het niet gek dat je je stoort aan alles wat onaangepast, ondoordacht en onvoorspelbaar is. Natuur staat hierin haaks op onze gewenning en gecreëerde gemakzucht, want het gaat zijn eigen gang en laat zich niet zomaar vormen naar de door ons gestelde kaders. Wie of wat zich niet aanpast moet wijken. Jammer genoeg zet zich dit ook voort in hoe wij ons moeten gedragen als mens. Net zoals de kaarsrechte rijen aangeplante bomen, die hun wortels en takken niet meer mogen wanen buiten de vierkante versteende kaders, mogen ook kleuters niet meer buiten de lijntjes kleuren. ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ is, helaas, de norm geworden.
Van oorsprong meanderende rivieren, inmiddels loodrecht getrokken en gekanaliseerd, hebben plaats moeten maken voor dijken en onze boten. Waarbij wij als mensen steeds vaker met de voetjes in het overstroomde water zitten, holt de biodiversiteit met sprongen achteruit. De wereld om ons heen wordt steeds meer gepland en gecontroleerd. Maar daardoor zijn alle dingen om ons heen, net zoals wijzelf, steeds minder natuurlijk. Mijn hoop is dat juist de tegendraadse paardenbloem die zich door het asfalt heeft gedrongen je inspireert om door te zetten en om toch niet de makkelijkste weg te nemen. Of dat die enorme plensbui die je tot aan je onderbroek heeft doorweekt, je nu eindelijk niet meer vloekend maar juist dansend in de regen door de straten laat voortbewegen. Laten we als designers stoppen met het overmatig controleren van de natuur en onze omgevingen door het te ordenen en te vermenselijken; laten we ons juist focussen om dingen te maken zodat wij als mensen ook eindelijk weer wat natuurlijker kunnen zijn.
#3. Incorporeer de schoonheid van natuur; maar niet enkel voor de schoonheid
Esthetiek is belangrijk. Volgens onderzoek is de esthetische kwaliteit van natuur zelfs een van de belangrijkste motivators voor de bescherming en het behoud ervan. Je kijkt toch liever naar een mooi stuk rivier waar vredig vissen zwemmen, de kades groen zijn en vlinders vredig rondfladderen rondom bloemen, dan naar een vervuild kanaal waarin roestige fietsen het water kleuren, dode vissen drijven en meeuwen proberen een plastic zak te verzwelgen. De aantasting van een omgeving is direct gelinkt met de afname van de bepaalde esthetische waarde. “From beauty to duty”. Extrinsieke motivatie wellicht, maar als dit een één van de hoofdredenen voor mensen is om zich eindelijk in te zetten voor het behoud en beschermen van natuur; dan heb ik liever dat mensen het daarvoor doen, in plaats van het maar te laten.
Als designer kan ‘gebruik de schoonheid van natuur, maar niet enkel voor de schoonheid’ wellicht tegenstrijdig klinken. Echter zie je dit in de praktijk helaas maar al te vaak, zoals bijvoorbeeld bedrijven die deze schoonheid integreren, enkel om het te kunnen vermarkten; slechts denkend aan het verhogen van hun eigen omzet of imago. Het gebruiken van de schoonheid van de natuur zou in dienst moeten staan van het behouden en includeren van natuur, niet in dienst van greenwashing. Als designers kunnen wij ons vaker laten inspireren en deze schoonheid integreren. Niet om zogenaamd inclusief of groen over te komen, maar om mensen de onmiskenbare pracht te laten zien. Om men weer te laten voelen en te laten ervaren waarom het behouden en het vaker includeren van de natuur belangrijk voor ze is.
#4. Gebruik en zie technologie als aanvulling op de natuur; en niet als een vereiste
Vandaag de dag is de vraag die architect Cedric Price in 1966 al stelde misschien wel relevanter dan ooit: “Technology is the answer, but what was the question?” Technologieën zijn helaas niet per se groen. De productie, inzet en grondstofwinning ten behoeve van technologie oefent druk uit op alle omgevingen. Gedreven door innovatie, menselijke gemakzucht en ogenschijnlijk oneindige mogelijkheden is het implementeren en verbeteren van technologie de norm geworden. Zoals bij VR-brillen voor koeien, waarbij de digitale getoonde groene landschappen meer melk zouden moeten laten vloeien: Is dat wel echt dé oplossing? Zijn er geen andere low- of no-tech alternatieven? Just because we could, doesn't mean we should. Het zuiniger of groener maken van technologieën is hierin ook niet het simpele antwoord. Want nu, vaak zuiniger in verbruik, hebben we de illusie gecreëerd onder de streep ook zuiniger te zijn. Net zoals bij de vervanging van de gloeilamp door led heeft het zuinigere imago bijgedragen aan dat we steeds meer technologieën bezitten, plus intensiever en simultaan gebruiken. Ons gebruik, en dus verbruik, is vaak allesbehalve zuiniger te noemen.
Voor ons als designers is het uitermate belangrijk om na te gaan of hightech nodig is voor het beantwoorden van een vraagstuk. Wat is de schaal waarop, en de mate waarin, het product gebruikt zal worden en hoe draagt de techniek daarin bij? Wat is de impact die mijn inzet van technologie heeft op niet-mensen en het milieu? Soms kunnen bepaalde behoeftes beter vervuld worden met low- of no-tech of met de natuur zelf. Waarbij juist in andere gevallen hightech de beste oplossing kan zijn. Lastig, maar juist daarom is het voor ons als designers belangrijk om over de schaal en mogelijke positieve en negatieve impact na te denken. Laten we zoeken naar een balans en vaker stil staan bij de vraag: Technology is [always] the answer, but what was the question?
#5. Werk samen met natuur
in plaats van het te gebruiken
De mens wordt dagelijks geconfronteerd met een hoop uitdagingen en obstakels, die wij als ontwerpers proberen te verzachten of op te lossen. Hierin kunnen we veel leren van de natuur. Door te kijken hoe de natuur met soortgelijke uitdagingen en obstakels omgaat, kunnen we een vertaalslag maken naar veerkrachtige ontwerpen. Waarom zouden we proberen het wiel opnieuw uit te vinden, terwijl de natuur dit in miljoenen jaren evolutie al lang en breed heeft gedaan? Neem bijvoorbeeld gebouwen die hun eigen temperatuur reguleren, geïnspireerd op termietenheuvels, vliegtuigen geïnspireerd op vogels en efficiëntere windmolenwieken geïnspireerd op walvisvinnen. Ze laten zien hoe de natuur een leidend voorbeeld is. Helaas maakt enkel het gebruik van biomimicry iets nog niet natuur- inclusief of vriendelijk. De overgebleven groene landen, blauwe wateren en heldere luchten waaruit we inspiratie halen, moeten dikwijls wijken voor grijze steenmassa's, geasfalteerde landingsbanen en zwierende wieken. Daarnaast is het gebruiken van levende organismes in design tegenwoordig bijna een trend te noemen. Gedreven door nieuwsgierigheid worden organismes gebruikt om iets esthetisch, vernieuwends en interessants te creëren. Maar wat kan ogen als een samenwerking, is jammer genoeg dikwijls allesbehalve dat. Door onze objectificatie van natuur is het een instrument geworden. Een instrument om zo tot een voor ons gewenst en positief resultaat te komen. Vaak ten nadele van de ander.
Het gebruiken van organismes als inspiratie of als co-designer zou in dienst moeten staan voor het vergroten van onze waardering voor de natuur; niet enkel om ons leven efficiënter, makkelijker of interessanter te maken. Het zou ons juist moeten laten zien dat een gezonde samenwerking mogelijk is. Laten we op zoek gaan naar een symbiotische relatievorm: Een respectvolle relatie, waarbij het niet gaat over enkel nemen, maar over nemen én geven. En wie weet, misschien kunnen we juist dat antwoord vinden als we onszelf opnieuw naar de natuur leren kijken en luisteren.
Lang genoeg heeft iedereen gewezen naar wie de eerste stap moet zetten of wie überhaupt iets zou moeten doen om te werken aan het vergroten van onze samenhorigheid met de natuur. Het is de hoogste tijd dat wij als designers onszelf en onze bedrijven verantwoordelijk stellen voor onze ontwerpkeuzes en producten. Wij zijn vertalers en makers in dienst van de gebruiker, klant en mens. Daarmee hebben wij dus dé uitgelezen kans en rol om ons uit te spreken tegen de ethisch onverantwoorde effecten van bepaalde verlangens en behoeftes. Wij hebben het vermogen om stil te leren staan bij de mogelijke impact die ons werk met zich meebrengt en hoe dit op een grotere schaal dan enkel ons als mensheid invloed heeft. Laten we als collectief bedenken hoe we onze steentjes kunnen bijdragen voor het maken van een inclusievere wereld. Niet alleen voor ons mensen; maar voor alles en iedereen. Design to reconnect to the natural world.
De onderstaande PDF viewer bevat klikbare links, weergeven als kleine icoontjes. Voor meer informatie: Klik op de kleine icoontjes om naar de bijbehorende bron te gaan
Note: De PDF viewer is helaas niet beschikbaar voor mobiele gebruikers: Gebruik een desktop om de PDF via de PDF viewer in te zien.